vrijdag 21 november 2008

Uit logeren


Nu is ze dus net zes geworden. De slingers zijn het huis nog niet uit - blijft ze al de hele nacht weg. Uit logeren bij Hannah, twee straten verderop.

Manlief (ja, want die is dus de ergste van ons twee), zit al naar de telefoon te loeren: "Moeten we niet even bellen om te vragen hoe het gaat?".
Ik: "Neu, ze bellen ons wel als er iets is."
Hij: "Oh. Ja. (Let wel, dus niet: "Oh, ja" (nonchalante berusting),

maar: "Oh. Ja." (tegenstribbelende zelfbeheersing).

Wat hij natuurlijk niet heeft gezien, is hoe opgewonden ze vanmiddag haar koffertje heeft gepakt. Hoe onsentimenteel en opgewekt we "tot morgen" tegen elkaar zeiden bij het afscheid. Hoe benieuwd ze zich afvroeg wat voor ontbijt ze toch wel bij Hannah zou krijgen. Hoe vaak ze eergisteren heeft gezegd: "Ik wou dat het overmorgen was" En hoe vaak ze gisteren zei: "Is het al morgen?". En vandaag wel 10 keer vroeg of het al middag was.

Dag muis. Tot morgen.

P.S.: En volgend jaar gaat ze naar school, met zo'n hele grote, zware, lelijke, duitse SCOUT schooltas op haar tengere rug.

Het schijnt meestal toch wel goed te gaan, heb ik me laten vertellen.
Ook met de ouders.